‘Na 14 jaar trouwe dienst ruilden wij in 2019 de melkrobot in voor de nieuwe VMS V300 van DeLaval’, zegt Jan van Ruiswijk. ‘Een jaar later hebben we de V300 geüpgraded met de RePro-module. Doordat wij veel aan weidegang doen, zie je koeien toch minder vaak en minder goed tochtig, de RePro mist gewoon nooit. Alle stille tochten worden gewoon 100% opgespoord. Hierdoor is de tussenkalftijd in een jaar tijd al gedaald met 49 dagen.’

Precies op de provinciegrens van Gelderland en Utrecht runnen Jan en Carola van Ruiswijk een familiebedrijf. ‘Een prachtig gezinsbedrijf aan de rand van Ede, op de grens van Veenendaal’, vertelt Carola trots. De familie heeft al ervaring met DeLaval-robots sinds 2005 en is anderhalf jaar geleden overgestapt op de VMS V310.

Tussenkalftijd gezakt met 49 dagen

‘In 2019 ruilden we de melkrobot in voor de nieuwe VMS V300 van DeLaval’, vertelt Jan. Een jaar later werd de V300 geüpgraded met de RePro-module. Die zorgt voor een automatische tocht- en drachtdetectie via een progesteronmeting via de melkrobot. ‘Ik wilde de koeien eerder drachtig krijgen’, vervolgt hij. ‘Doordat wij veel aan weidegang doen, zie je koeien toch minder vaak en minder goed tochtig. De RePro mist gewoon nooit een tocht. Alle stille tochten worden gewoon 100% opgespoord. Hierdoor is de tussenkalftijd in een jaar tijd al gedaald met 49 dagen.’

Gemixte veestapel

De veestapel van de familie Van Ruiswijk is een mix van jerseys en holsteins. ‘Het voordeel daarvan is dat ze enorm sterk zijn en ook goed in ons type bedrijfsvoering passen’, aldus Jan. ‘We zijn wel gezakt in het aantal liters melk, maar de gehaltes zijn enorm gestegen.’

Die dikkere melk wordt gewaardeerd bij de melktap van de familie. ‘We zijn een kleinschalig bedrijf en om ons verdienmodel te ondersteunen zijn we zes jaar geleden begonnen met een melktap’, vertelt Carola. ‘Omdat we dicht aan de rand van de stad liggen, hebben we een goede toeloop naar onze zelftap. We hebben zelfs ons assortiment wat verder uitgebreid met kaas en andere streekproducten.’

Melkrobot in combinatie met weidepoort

Jan en Carola hebben bij de investering in de DeLaval-melkrobot direct gekozen voor een weideselectiepoort. ‘Zonder selectiepoort is weidegang nog best veel werk’, geeft Jan aan. ‘Nu gaat gewoon ’s morgens de poort open en het regelt zich allemaal vanzelf. Het ritme zit er goed in.’

Bij de weidepoort zit ook een terugloopherkenning, die officieel is goedgekeurd voor de digitale beweidingsregistratie. ‘Het grote voordeel is dat ik op elk moment van de dag precies kan zien welke koeien in de wei zijn geweest en hoe lang. En hoeveel droge stof ze hebben opgenomen in de wei, waar ik het rantsoen weer op aanpas.’

Bodyconditiescore

Onderdeel van de melkinstallatie bij Jan en Carola is het DeLaval Bodyconditiescoresysteem (BCS). Hiermee heeft de melkveehouder een goed zicht op de conditie van zijn kudde. Elke keer als een koe wordt gemolken, krijgt deze ook een conditiescore. ‘Ik heb mijn hele voersysteem erop aangepast, in de vorm van dynamisch voeren’, aldus Jan. ‘Met het krachtvoer kan ik de conditie van de koe bijsturen en op die manier zorgen dat het energieniveau altijd op het juiste peil is. Bijvoorbeeld bij koeien die te veel afvallen. Als je dit in de gaten krijgt, kun je sneller het krachtvoer aanpassen en iets meer bijsturen, zodat dit niet ten koste van de productie gaat.’

Ook het DeLaval Bodyconditiescore-systeem (BCS) in combinatie met de RePro-module ervaart Jan als een groot pluspunt. ‘Als de RePro-module aangeeft dat een koe geïnsemineerd moet worden, kijk ik gelijk naar de conditie. Als de conditie op dat moment niet goed genoeg is, durf ik gerust een keer over te slaan tot de conditie weer op peil is. Pas dan laat ik haar insemineren.’

Inseminator blij met de RePro-module

‘Ik maak gebruik van een externe inseminator’, aldus Jan. ‘Die geeft aan dat het verhaal van de RePro-module altijd klopt. Het insemineren van een koe waar je niks aan ziet, met een stille tocht, blijkt toch gewoon goed tochtig. Hij is er heel content mee, het werkt en klopt altijd.’