Samen met zijn vrouw Els en ouders Henk en Karin runt Sander Hazenberg een melkveebedrijf in Rotstergaast. De melkrobots zijn sinds kort geüpdatet naar de nieuwste software en het nieuwe farmmanagement-platform DeLaval Plus. Sander is daarover positief verrast. ‘Het systeem berekent zelf of een koe ziek wordt of dat de koe een bepaalde attentie nodig heeft, zoals slepende melkziekte, baarmoederontsteking of mastitis.’

Het melkveebedrijf van de familie Hazenberg is sinds 1937 gehuisvest in het Friese Rotstergaast. Sander is de vierde generatie op het bedrijf. Met zijn vrouw Els neemt hij het stokje langzamerhand over van zijn vader Henk en moeder Karin. ‘We runnen samen het bedrijf’, zegt Sander.

Met de tijd mee 

In de afgelopen 85 jaar is de familie Hazenberg met de tijd meegegaan. ‘Ons melkveebedrijf heeft zich in al die jaren doorontwikkeld’, aldus Sander. ‘Van een grupstal met twaalf koeien en een doorloopmelkstal naar een ligboxenstal met een 2 x 5 visgraatmelkstal met automatische afname. Deze hebben we in 2009 nog een keer verlengd naar 2 x 10. In 2020 zijn we overgegaan op de melkrobots.’

De familie melkt 160 koeien en heeft 80 stuks jongvee. De gemiddelde productie zit op 11.300 kg met 4,30% vet en 3,60% eiwit. 

Siëstabeweiding 

Een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering is weidegang. Sander heeft gekozen voor het principe siëstabeweiding. Hierbij gaan de koeien twee keer daags drie uur naar de wei. ‘Met de komst van de robots hebben we goed gekeken welke manier van beweiden het beste bij ons past’, vertelt Sander. ‘We probeerden eerst zes uur in één keer te weiden. Daar hadden we best veel werk aan. Toen hebben we naar andere concepten gekeken en zijn we uitgekomen bij siëstabeweiding.’ 

Bij siëstabeweiding gaan de koeien er ’s ochtends drie uur uit en aan het einde van de middag nogmaals. Dit betekent dus dat alle koeien erin- of eruitgaan. ‘Dit bespaart ons veel werk. We hebben genoeg capaciteit op de robots om in de zomer gemiddeld 2,7 tot 2,9 melkingen te halen. In de winter ligt dit tussen 3,3 en 3,5 melkingen per dag.’

Voorbehandeling en manier van aansluiten 

Sander en Els kozen bewust voor de VMS V300-melkrobot van DeLaval door de manier van voorbehandelen en de manier van aansluiten. ‘Die voorbehandeling is gewoon heel prettig’, zegt Els . ‘De manier waarop de speen goed wordt schoongemaakt met water, zorgt voor een goede stimulatie. De spenen worden vervolgens mooi drooggemaakt, waardoor de melkstroom snel op gang komt en er efficiënt gemolken wordt.’

De voorbehandeling vindt plaats via een gescheiden circuit met een apart opvangvat, volledig gescheiden van het melkproces. Voor een extra krachtige reiniging is toevoeging van een uierzeep mogelijk. ‘En de robot kan echt alles aansluiten’, vervolgt Els. ‘Het maakt niet uit hoe de uiers eruitzien. Of ze nu heel diep hangen of dat de spenen breed uit elkaar staan.’

DeLaval Plus-risicoanalyse 

De melkrobots van de familie Hazenberg zijn sinds kort geüpdatet naar de nieuwste software en het nieuwe DeLaval-farmmanagement-platform, genaamd DeLaval Plus. Een belangrijk onderdeel van deze vernieuwing is DeLaval DeepBlue, het kunstmatige-intelligentiesysteem van DeLaval. Zonder toevoeging van extra sensoren krijgen veehouders toch enorm veel extra gegevens ter beschikking. 

Na enkele weken gebruik is Sander positief verrast. ‘Het systeem berekent zelf of een koe ziek wordt of dat de koe een bepaalde attentie nodig heeft, zoals slepende melkziekte, baarmoederontsteking of mastitis. Afgelopen week had ik bijvoorbeeld twee koeien met slepende melkziekte volgens het systeem. Die heb ik preventief behandeld en ik zag ze gewoon weer uit de attentielijst verdwijnen. Dus ze zijn niet ziek geworden. Ik had ook twee koeien met een baarmoederontsteking. Bij eentje wist ik dat. Bij de ander wist ik het niet. Die heb ik ook behandeld en daardoor was de opstart van de koeien veel beter.’

Goede begeleiding 

Els en Sander zijn zeer tevreden over de begeleiding van hun DeLaval-dealer, ASP Noard. ‘Ze hebben veel tijd gestoken in ons en hebben veel tekeningen gemaakt. Ze geven een goede begeleiding, niet alleen tijdens, maar ook na de opstart’, geeft Els aan.