Langere levensduur door betere tochtwaarneming
Een langere levensduur is goed voor de koe én voor het imago van de sector. Een langere levensduur betekent een goede diergezondheid, laag medicijngebruik, dierwelzijn en een positieve invloed op de mineralenkringloop. ‘Het verbeteren van de productieve levensduur van een melkkoe is een stap voorwaarts in het realiseren van een duurzame voedselproductie,’ aldus Hendrik Veldman, werkzaam bij DeLaval als farm advisory servicemanager.
Daarbij biedt een langere levensduur ook veel economisch voordeel. En dat is toch nog steeds de belangrijkste drijfveer, volgens een onderzoek van adviesbureau Valacon uit 2017.
Productievere koeien door meer lactaties
‘Een langere levensduur van de koe houdt meer in dan haar langer in de veestapel houden. Dat begint bij een goede en gezonde veestapel.’ legt Veldman uit. ‘Het gaat erom te ontdekken hoe u meer van uw koeien productiever kunt laten zijn.’
De gemiddelde productieve levensduur van een melkkoe is momenteel in Nederland 2,5 lactaties bij een gemiddelde leeftijd van 4,8 jaar. Door betere routines, betere omstandigheden en betere beslissingen is het goed mogelijk om 3,5 lactaties of meer te halen.
Vruchtbaarheid belangrijkste reden van afvoer
Om productief te blijven moet een koe drachtig worden. Studies tonen aan dat er bij veel koeien sprake is van anoestrus of ‘stille tochtigheid’. Veldman: ‘Deze koeien worden vaak gedwongen afgevoerd met de aantekening “vruchtbaarheidsproblemen”.’
Als de levensduur toeneemt door de focus op een goede en gezonde veestapel, dan neemt de gedwongen afvoer vanwege klauwgezondheid en uiergezondheid af en stijgt zelfs het percentage afvoer vanwege vruchtbaarheid. Dat bleek uit het onderzoek van Valacon. Koeien verlaten de groep echter niet vanwege ‘vruchtbaarheidsproblemen’, maar omdat de voortplanting niet goed wordt aangestuurd.
Voorkom 3 euro per koe per dag verlies
Succesvolle voortplanting betekent de juiste koeien op het juiste moment insemineren en daarbij drachtig krijgen. De beoogde optimale tussenkalftijd is 12 tot 13 maanden (365-395 dagen). In grote delen van de wereld is dit nog 16 tot 17 maanden. Met iedere dag dat de tussenkalftijd langer wordt, verliezen melkveehouders gemiddeld 3 euro per koe per dag.
‘Het gaat om timing,’ aldus Veldman. ‘Vruchtbaarheidsmanagement is niet alleen het juiste moment van inseminatie bepalen, wanneer je weet dat de koe tochtig is. Het is ook weten op welk moment gedurende de lactatie welke koeien aandacht nodig hebben en wanneer. En of de melkveehouder nu in de stal is, op de trekker of op kantoor aanwezig is, de melkveehouder moet kunnen identificeren welke koeien drachtig zouden moeten worden en welke niet. En als de koe niet drachtig is op het juiste moment, waar dat door komt.’
De focus moet komen te liggen op het voorkomen van gedwongen afvoer van koeien vanwege ‘vruchtbaarheidsproblemen’. Het is goed daarvoor hulpmiddelen in te zetten die helpen dergelijke beslissingen te nemen en de juiste koeien te observeren en te behandelen als er een probleem wordt waargenomen. Vaste protocollen kunnen u daarbij helpen om hier ook een systematische aanpak in te waarborgen.
Tochtigheidswaarneming met melkanalyse
Tochtigheid kan gemiddeld in ongeveer de helft van de gevallen visueel worden waargenomen en door middel van sensoren kunt u een paar extra ogen in de stal brengen. Echter, stille tochten die u niet kunt waarnemen, worden ook met sensoren op basis van beweging niet gedetecteerd. ‘Geavanceerde melkanalysetools kunnen alle tochtigheid met een nauwkeurigheid tot 99 procent vaststellen en u ruim van tevoren informeren over het optimale moment van inseminatie,’ vult DeLaval-solution manager Erik van der Meer aan.
‘Progresteronmeting in de melk geeft de snelste nauwkeurige en volledige informatie rondom vruchtbaarheidsmanagement. Hiermee is het niet alleen mogelijk om alle typen tocht te herkennen, maar ook afwijkende vruchtbaarheidscycli. En wanneer u de koe op het juiste moment heeft geïnsemineerd, kunt u zelfs nadien bevestigen of de koe dragend is.’