‘Speciale smalle weegbree maakt ons bedrijf toekomstbestendiger’

Clare en David Beuth in een van hun percelen met AgritaiN-weegbree
Clare en David Beuth in een van hun percelen met AgritaiN-weegbree

Dit jaar verrijkte DLF drie van hun mengsels met een speciaal ras smalle weegbree, dat zorgt voor een forse vermindering van nitraatuitspoeling. Enkele Nederlandse boeren zaaiden het dit jaar voor het eerst in, maar in Nieuw-Zeeland is het gebruik van het zogeheten AgritaiN al veel meer ingeburgerd. Melkveehouders daar zien dat de koeien het graag opnemen en dat de gewas- en melkproductie op peil blijven. 

David en Clare Beuth runnen nabij Rotorua op het Noordereiland van Nieuw-Zeeland een bedrijf met 460 koeien. Deze veestapel kalft af vanaf augustus, als het voorjaar daar dichterbij komt, en wordt eenmaal daags gemolken. De melkveehouders hebben 240 hectare grond in gebruik en alle grond bevat tegenwoordig een percentage smalle weegbree. ‘De lokale overheid begon hier rond 2018 al over maatregelen om nitraatuitspoeling tegen te gaan’, vertelt Clare Beuth. ‘Toen we een perceel van de buurman hadden overgenomen, hebben we meegedaan aan een proef en AgritaiN ingezaaid. Dat kwam hier toen net op de markt. De eerste keer is het perceel opnieuw ingezaaid na ploegen, maar daarna hebben we dat nauwelijks meer gedaan, terwijl al onze percelen inmiddels de smalle weegbree bevatten’, licht ze toe.

Haar man verduidelijkt dat ze werken met jaarlijkse doorzaai van eenjarige raaigrassen in combinatie met klavers. ‘De AgritaiN-weegbree zaaien we zelf bij via een kleine strooier achter op de motorfiets, waarmee we de koeien ophalen en omweiden. Dat bijzaaien doen we vooral in het najaar, dan slaat dat het beste aan. Ik voeg dan 3 tot 4 kilo zaad bij de kunstmest en strooi dat over het perceel als de koeien het hebben afgeweid’, legt David uit. ‘Het is een andere manier van werken dan jullie gewend zijn, maar hier pakt het goed uit. En door jaarlijks ook het eenjarige raaigras door te zaaien houden we de onkruiddruk heel laag.’

Opbrengsten blijven stabiel

David en Clare roemen de smakelijkheid van de smalle weegbree in het perceel en benadrukken dat de drogestofopname even hoog ligt als voorheen met louter raaigras en klavers. ‘De grootste uitdaging is om het percentage smalle weegbree op zo’n 20 procent te houden, wat meestal vrij goed lukt, al varieert het wel gedurende het seizoen’, vertelt Clare. ‘Wij hadden tot zes jaar geleden geen ervaring met smalle weegbree, maar het pakt goed uit. Eerlijk gezegd kunnen we niet zeggen dat de opbrengsten hoger zijn of de kwaliteit beter, maar wel dat die stabiel zijn gebleven zonder substantiële aanvullende kosten of inzet.’

David vult haar aan door te stellen dat een paar keer ‘bijzaaien’ weinig tijd kost en het zaad ook niet erg duur is. ‘Of het daadwerkelijk voordeel oplevert in nitraatuitspoeling? Dat is bij ons niet gemeten en vastgesteld, maar ik heb geen reden om aan de wetenschappelijke studies te twijfelen’, geeft David aan. De lokale overheid pusht de boeren volgens de veehouder steeds meer om de waterkwaliteit beter te beschermen. ‘Op deze manier dragen wij daar een steentje aan bij. Vergeet niet dat wijzelf ook geen belang hebben bij stikstofverliezen. In die zin ben ik er dus wel blij mee. Ook al worden we er nu nog niet echt voor beloond, in de nabije toekomst komt dat vast wel of je wordt verplicht om aan te tonen dat je werkt aan minder nitraatuitspoeling. Dan lopen wij nu al mooi een stap voor op die ontwikkelingen en maken ons bedrijf daarmee toekomstbestendiger.’

AgritaiN in de praktijk toegepast in kruidenrijk grasland

AgritaiN stimuleert wateropname

Met AgritaiN wordt de stikstofuitspoeling bij beweiding minimaal, doordat het aantal urineplekken beter wordt verdeeld en het aandeel stikstof in de urine daalt. Dat werkt als volgt: dit ras smalle weegbree stimuleert de wateropname van koeien, waardoor koeien na het grazen meer water gaan drinken. Door het lage drogestofgehalte zit er daarnaast relatief veel water in de speciale weegbree.

Die twee effecten zorgen voor een hogere urineproductie, waardoor de concentratie aan stikstof per liter aanzienlijk lager is dan die van gewoon gras of van andere varianten van smalle weegbree. Bovendien gaan de koeien vaker urineren, waardoor de urine over een groter oppervlak wordt verspreid. Dit brengt de concentratie aan stikstof op één plek in het weiland nog verder naar beneden.

Thomas van Tetering, productmanager voor DLF in de Benelux, onderschrijft dat 40 procent dekkingsgraad in een weideperceel in de praktijk lastig te behalen is. Volgens hem is het graskruidenmengsel MultiMax, dat bestaat uit 60 procent Engels raaigras, 10 procent timothee, 5 procent witte klaver, 8 procent rode klaver, 7 procent cichorei en 10 procent AgritaiN, daar ook op ingesteld. ‘In de praktijk zal het gras in het vroege voorjaar de boventoon voeren en komen de klaver en de smalle weegbree vooral in de zomer naar voren, als het warmer en droger wordt. Zo kom je jaarrond op een dekkingsgraad van 20 procent’, zegt hij.

Thomas van Tetering van DLF laat de wortelstructuur van AgritaiN zien

Advies is herinzaai

Van Tetering stelt verder dat een belangrijk verschil met Nieuw-Zeeland is dat doorzaaien onder Nederlandse omstandigheden vaak tegenvalt. ‘Wij adviseren daarom herinzaai. Deze mengsels kunnen dan prima vier tot vijf jaar meegaan. Daarbij moet je deze mengsels niet verwarren met mengsels voor extensief beheerd kruidenrijk grasland. Dit type weegbree gedijt juist het best bij intensief beheer, bij voorkeur waar weidegang en meerdere keren per jaar maaien afgewisseld worden.

Het past daarom ook voor melkveehouders die in een duurzaamheidsprogramma meedraaien en verplicht kruidenrijk grasland hebben, maar wel een goede melkproductie van alle percelen willen halen’, zegt Van Tetering. Hij wijst erop dat onderzoek aantoont dat bij een gelijke eiwitopname rantsoenen op basis van AgritaiN resulteren in minder stikstof die in de urine vrijkomt dan raaigrasrantsoenen. Ofwel: het eiwit in het rantsoen wordt beter benut in de koe, met minder verliezen tot gevolg. ‘Daarmee bestrijd ik beslist niet dat Engels raaigras qua voederwaarde nog altijd absoluut de top is. Maar het grote verschil met enige jaren geleden is dat deze kruiden nu echt zo veredeld zijn dat ze een opgaande groeiwijze hebben. Ze doen daarmee in opbrengst en kwaliteit nauwelijks meer onder voor Engels raaigras en kunnen de concurrentie in het veld ook prima aan.’