Tips en advies: grasland managen in tijden van droogte
Ook dit jaar is het weer een uitdaging om het grasland goed te houden met de extreme droogte. Het is daarom extra belangrijk om je perceel gras optimaal te managen, zodat het sterk blijft en genoeg gras opbrengt.
Maaihoogte is cruciaal
Wanneer het gras gemaaid wordt, beschadigt het blad en daarmee kan de groei van het gras worden geremd. Dit is niet erg, zolang maar boven het groeipunt van het blad wordt gemaaid, want dan heeft de grasplant minder energie en water nodig voor een goede een snellere hergroei.
Waar zit het groeipunt bij gras?
Blijvend grasland bestaat meestal uit Engels raaigras, een erg sterke soort met de allerbeste standvastigheid. Daarbij zit het groeipunt vrij laag bij de grond. Dit levert bij kort maaien dus doorgaans geen problemen op, maar zelfs deze soort kan bij droogte wat extra hulp gebruiken. Om er zeker van te zijn dat het bij extreme droogte niet kapot gemaaid wordt, geldt de vuistregel om het minimaal 5 tot 6 cm te maaien.
Bij percelen met tijdelijk grasland (1-5 jaar) is het erg belangrijk om op de juiste hoogte te maaien. Deze percelen bevatten vaak grassoorten met een extra hoge opbrengst die minder standvastig zijn dan Engels raaigras.
Grassoorten zoals Italiaans raaigras en festuloliums zijn erg gevoelig voor een te lage maaihoogte. Festulolium heeft bijvoorbeeld een hoger groeipunt. Dit zorgt voor een snelle hergroei met veel opbrengst. Voorwaarde hierbij is wel dat er op minimaal 7 tot 8 cm gemaaid wordt. Hiermee loopt u geen risico dat het gras kapot gemaaid wordt en blijft het perceel gedurende meerdere jaren van goede kwaliteit.
Bijkomend voordeel is dat een grasland met een hogere stoppellengte voor minder vervuiling bij het schudden en harken zorgt, waardoor er minder ruw as in de kuil komt.
Aandachtspunten
- Blijvend grasland (voornamelijk Engels raaigras) maaien op 5 tot 6 cm
- Tijdelijk grasland (voornamelijk Italiaans raaigras en festulolium) maaien op 7-8 cm
- De juiste maaihoogte is bij droogte van extra belang om geen open zode te krijgen
Droogtetolerant gras van de toekomst
De effecten van betere beworteling zijn in de praktijk wetenschappelijk gezien lastig te testen. DLF doet daarom in Denemarken onderzoek met de RadiMax-faciliteit om specifiek de beworteling te kunnen onderzoeken.
Tot nu toe zijn meer dan 250 soorten Engels raaigras in deze RadiMax getest. De resultaten laten grote genetische verschillen zien, die het bedrijf in staat stelt om rassen met diepere wortels verder door te ontwikkelen.
De metingen uit de RadiMax worden gecombineerd met genoomselectie, waardoor DLF-veredelaars de lengte en de hoeveelheid van de wortels van elk nieuw ras in de toekomst kunnen voorspellen op basis van een DNA-test. Dit zorgt ervoor dat de nieuwe rassen met de beste beworteling kunnen worden gekozen. Op deze manier profiteert u als boer in de toekomst van de ontwikkelingen die nu plaatsvinden.