De werkelijke vroegrijpheid wordt bepaald door de kolf

Om de maximale opbrengst en optimale energiedichtheid te realiseren is een vroegrijpe kolf noodzakelijk.

De voornaamste redenen om in Nederland maïs te telen zijn duidelijk en al vanaf de start in de jaren 70 gelijk en in de basis niet veranderd. Het gaat de teler voornamelijk om zetmeel en opbrengst. Zoals bekend bevat de kolf het zetmeel. Zonder kolf zou er in heel Nederland geen hectare maïs geteeld worden. Het is dus belangrijk om als kweekbedrijf, ook voor de teelt van silomaïs, te selecteren op opbrengst uit korrel en daarmee tegelijkertijd dus ook op zetmeel- of voederwaardeopbrengst.

Maximale opbrengst

Om deze maximale opbrengst en optimale energiedichtheid te realiseren is een vroegrijpe kolf noodzakelijk. Het gaat hier om rijpheid die over de kolf komt in de vorm van zetmeelproductie en -opslag in de korrel totdat het oogstmoment (black-layer-stadium) bereikt wordt. Dit is fysiologische rijpheid. Dat geldt temeer omdat bij kolfrijpheid het gewas gelijktijdig de hoogst realiseerbare ds-opbrengst, energiedichtheid en daarmee voederwaardeopbrengst verwezenlijkt. Daarmee is het praktijkmoment om tot oogsten als silomaïs over te gaan ondubbelzinnig gedefinieerd. Dat is vroegheid zoals het voor de praktijk betekenis heeft.

De juiste maïsrassenkeuze wordt (terecht) bepaald op basis van proefresultaten en meerjarige ervaringen uit de praktijk op het eigen bedrijf of uit de omgeving. Deze ervaringen bevestigen keer op keer dat de werkelijke vroegrijpheid van een maïsras en daarmee ook de maïsrassenkeuze gebaseerd moet zijn op de kolf en niet op de totale plant.

Kolfkorrels

De rijpheid van de korrels in de kolf bepalen bij moderne rassen het moment waarop de loonwerker ingeschakeld wordt om de maïs te hakselen en in mindere mate de restplant. Wanneer een maïsras volgens het drogestofpercentage van de totale plant op papier vroeg blijkt te zijn, dan hoeft dit niet te betekenen dat deze in de korrel ook vroeg is.

Een laag restplantaandeel en/of snel afstervende restplant heeft duidelijk invloed. In de praktijk moet dan ook vaak langer gewacht worden met het oogsten van dit soort maïsrassen dan waar men voorafgaand aan de zaai vanuit ging.

Advies

Vraag daarom bij de maïsrassenkeuze voor het komende seizoen aan de maïsrassenadviseur altijd naar de werkelijke vroegrijpheid van het maïsras, gebaseerd op de korrel. Alleen een maïsras waarvan in proeven is bewezen dat deze vroeg is in de korrel, is in de praktijk ook vroeg!

Bezoek ook een van de KWS-maïsdemodagen bij u in de buurt voor alle informatie over de teelt en het gebruik van maïs!