Met coating besparen op voereiwit

Het rantsoen bij Gerben Smeenk in Makkinga had te weinig ruw eiwit en onbestendig eiwit. In zijn zoektocht naar een geschikte eiwitbron kwam hij uit bij NitroShure. ‘NitroShure is voor ons een goede eiwitvervanging en daarmee besparen we op de voerkosten', geeft de Friese melkveehouder aan. Het geeft gedurende acht uur een constante hoeveelheid ammoniak af aan de pensbacteriën en de speciale vetcoating zorgen voor een langzamere afgifte van ammoniak.

Gerben Smeenk melkt op de Oolde Hof in Makkinga 190 melkkoeien met 3 melkrobots. Hij ontdekte dat NitroShure een goede eiwitvervanging op zijn bedrijf is. NitroShure is een gecoat voederureum. Door de coating komt het ureum langzaam in de pens vrij. Daardoor verbetert de stikstof-energieverhouding in de pens. Dit leidt tot een hogere productie van microbieel eiwit en een betere vertering van de organische stoffen in de pens. Hierdoor bespaart Smeenk op de aankoop van andere eiwitbronnen. ‘Het is voor ons een goede eiwitvervanging en daarmee besparen we op de voerkosten,’ geef t hij aan.

Betere eiwitbenutting en voerefficiëntie

Het innovatieve product NitroShure geeft gedurende acht uur een constante hoeveelheid ammoniak af aan de pensbacteriën. Door de speciale vetcoatingwordt de ammoniak langzamer afgegeven dan met onbeschermd ureum. Door de hogere productie van microbieel eiwit kan NitroShure een deel van het eiwit in het rantsoen vervangen: 100 gram NitroShure vervangt 600 gram soja44 of 700 gram raapzaadschroot.

Het voordeel van NitroShure ligt volgens Smeenk niet alleen in de besparing op voerkosten, maar ook in de algehele gezondheid van de koeien. ‘We hoeven door NitroShure minder eiwit aan te kopen, hebben gezondere koeien en lagere voerkosten, kortom meer rendement.’

Wanneer NitroShure gebruiken?

Als de DVE-voorziening op peil is, maar het ruweiwitgehalte in het rantsoen lager is dan 15 procent, kan NitroShure worden ingezet om het eiwittekort aan te vullen.

Ook als de OEB lager is dan 250, kan NitroShure een waardevolle aanvulling zijn. Een te laag OEB komt vaak voor bij de onderstaande typen kuilen/rantsoenen:

  • Droge en/of grove graskuilen.
  • Kuilen met een hoog suikergehalte. Suiker en eiwit wisselen elkaar uit. Kuilen met een hoog suikergehalte hebben vaak een goede DVE, maar een te laag gehalte aan penseiwit of OEB.
  • Snijmaisrijke rantsoenen. Snijmais is een energierijk, maar eiwitarm product.
  • Rantsoenen met producten met een negatieve OEB als aardappelvezels of perspulp.
  • Graskuilen waarbij broei is opgetreden en het eiwit (te) bestendig is geworden.

Kijk ook naar de video hieronder om het verhaal te horen van Gerben Smeenk.