Door kennisontwikkeling meer rendement uit de maisteelt halen

Proef (2022, Geesteren) om te kijken hoe verschillende rassen reageren op meer of minder stikstof
Proef in Geesteren (2022) om te kijken hoe verschillende rassen reageren op meer of minder stikstof

Allerlei ontwikkelingen, zoals steeds extremere klimaatomstandigheden, vragen om vernieuwing in de maisteelt. Maar denk ook aan het verdwijnen van chemische middelen, de stikstofkwestie, bemestingsnormen en nieuwe wetgeving. Om een antwoord te kunnen hebben op de vele vraagstukken is er veel onderzoek nodig. In het kort vertellen we waar we ons op richten om u ook in de toekomst van de best passende maisrassen te kunnen voorzien. 

Zo doet Syngenta onderzoek naar de optimale zaaidichtheid en verschillen in stikstofefficiëntie van maisrassen met diverse genetische achtergrond.

Teelttechnische uitdagingen

‘Onze wereld is constant in beweging. Er verdwijnen steeds meer chemische middelen in zowel zaaizaadbehandeling als onkruidbestrijding. De bemestingsnormen worden steeds strenger en we zien steeds extremere klimaatomstandigheden’, begint Roel van Avermaet, technisch manager Syngenta Seeds Benelux, zijn verhaal. ‘Dit alles was aanleiding voor het formuleren van diverse vraagstukken voor de toekomst.’ Dat resulteerde in het CropEx-netwerk, op 85 locaties in Europa, dat een antwoord wil bieden op diverse teelttechnische uitdagingen.

‘In de proeven werken we met taakkaarten voor het uitzaaien, met satelliet- en dronebeelden en de met de modernste zaai- en oogstmachines om in korte tijd zoveel mogelijk data te kunnen genereren’, legt Roel uit. ‘De analyse van al deze gegevens moet inzicht geven om optimaal mais te kunnen blijven telen in de toekomst.’

Effect van zaaidichtheid op opbrengst

In het Crop Ex-netwerk worden hoofdzakelijk proeven gedaan met de zaaidichtheid, ook in de Benelux. ‘We willen te weten komen hoe rassen reageren op verschillende zaaidichtheden’, legt Roel uit. ‘Tijdens de veldperiode worden ook de weersomstandigheden nauwkeurig gevolgd om de opbrengsten beter te kunnen interpreteren.’ Een ervaring die hij nu al kan delen, is dat rassen anders reageren op diverse zaaidichtheden. Roel: ‘De afgelopen teeltseizoenen waren totaal verschillend. Voor sommige hybriden is er al een goed beeld, voor andere is verder onderzoek nodig.’

Het is wel duidelijk dat in de toekomst met een aangepast en individueel perceels- en rassenadvies extra rendement behaald kan worden. ‘De digitalisering van gegevensverzameling en machines zullen deze evolutie versnellen’, geeft Roel aan.

Stikstofefficiëntie bepaalt mede de raskeuze

‘Er is meer en meer aandacht voor stikstof in de bodem en in ons leefmilieu’, gaat Roel verder. ‘Binnen Syngenta hebben we de vraag opgepakt waar in de maisteelt nog efficiëntieslagen op dit gebied gemaakt kunnen worden. Hoe verloopt de efficiëntie van stikstof in mais? Zijn er kweeklijnen die significant beter scoren op stikstofefficientië? Kunnen we met zaaidichtheden aan de slag om de mais zo efficiënt mogelijk te laten omgaan met stikstof?’

Ook In de Benelux zijn er proeven gestart op het vlak van stikstofefficiëntie bij verschillende bemestingstrappen. ‘Hier zijn bepaalde trends zichtbaar. Bepaalde ouderlijnen gaan net iets efficiënter om met stikstof dan andere lijnen. Nieuwe hybriden met deze ouderlijnen worden nu verder onderzocht’, vertelt Roel. ‘In de toekomst willen we dus niet alleen resultaten zien van rassenproeven zoals we die nu kennen, maar ook informatie geven over hoe rassen reageren op verschillende stikstofgiften.’ 

‘Op deze manier zorgen we er niet alleen voor dat u nú een uitstekend ras kunt telen dat het beste bij u past. Maar willen we dat u ook in de toekomst nog goede mais kunt telen met de juiste zaai- en teelttechniek.’

Figuur: Drogestofopbrengst bij verschillende hoeveelheden toegediende stikstof (0 kg, 60 kg en 120 kg )
Figuur: Drogestofopbrengst bij verschillende hoeveelheden toegediende stikstof (0 kg, 60 kg en 120 kg )