Maïskuil als oorzaak pensverzuring in de zomer

Lang werd aangenomen dat een maïskuil stabiel is vier tot zes weken na inkuilen. Zo werd beargumenteerd dat melkzuurbacteriën de pH in de kuil zover omlaag brengen, dat bacteriën en schimmels niet meer zouden kunnen groeien, waardoor de voederwaarde gelijk zou blijven. De praktijk op melkveebedrijven wijst echter regelmatig anders uit.

Het komt bij de omschakeling van oude naar nieuwe maïs geregeld voor dat de melkproductie tegenvalt op basis van de voorspelling van het rantsoen. Ook kan het voorkomen dat pensverzuring wordt gesignaleerd bij het voeren van een langer conserveerde maïskuil, zelfs als het rantsoen nog schijnt te kloppen. Er lijkt dus toch nog wat te gebeuren in die ‘stabiele’ kuil.

Zetmeel wordt minder bestendig

Zoals bekend bevat de maïskorrel het zetmeel. De korrel bevat een structuur van eiwitten die om de zetmeeldeeltjes heen zit. In de pens zorgt deze structuur ervoor dat het zetmeel voor een deel wordt beschermd tegen de pensmicroben en dus bestendig wordt. Ondanks een stabiele kuil vier tot zes weken na inkuilen, wordt onder invloed van een lage pH de eiwitstructuur om de zetmeeldeeltjes nog langzaam afgebroken, waardoor meer zetmeel beschikbaar komt in de pens.

Lees hier het volledige verhaal over ‘Maïskuil als oorzaak pensverzuring in de zomer‘