Vijf tips voor een probleemloze opfok in de winter
De winter kondigt zich aan. In de koudere dagen en vooral de nachten hebben kalveren behoefte aan meer energie. Een groot deel van de opgenomen energie van een kalf wordt gebruikt om de lichaamstemperatuur constant te houden. Alle energie die het kalf niet verbrandt om warm te blijven, houdt het over om van te groeien.
Jonge kalveren groeien goed en gezond bij een constante temperatuur en luchtvochtigheid. Een jong kalf (tot 4 à 5 maanden) kan zichzelf niet onder elke omstandigheid warm houden. Bij een lage luchtvochtigheid ligt de comfortzone van het dier de eerste maand tussen de 10 en 15 °C. Bovendien moet het kalf tochtvrij kunnen liggen om de warmte vast te kunnen houden.
Lees hieronder onze concrete tips voor een probleemloze opfok in de winterperiode:
1. Voer melk op de juiste drinktemperatuur
Punt van aandacht is de temperatuur van de verstrekte melk. Deze moet warm zijn, rond de 40 °C. Uit onderzoek blijkt dat bij het voeren van koude melk (~15 °C) de groei met 10 tot 15% afneemt, in vergelijking met warme melk van 40 °C. Warme melk hoeft immers niet meer door het kalf ‘opgewarmd’ te worden, waardoor het dier minder energie hoeft te verbruiken.
2. Geeft extra voeding als de temperatuur sterk daalt
Uit onderzoek blijkt dat kalveren die bij -4 °C zijn gehuisvest, 30% meer energie nodig hebben dan kalveren gehuisvest in hun comfortzone (12-20 °C). Bij jongere kalveren speelt de omgevingstemperatuur een grotere rol dan bij oudere kalveren.
Op basis van dit onderzoek wordt geadviseerd 25-30% meer kunstmelk te gaan voeren bij koudestress. In de praktijk zal de energiebehoefte ongeveer 10-15% toenemen. Dit kan ingevuld worden door per maaltijd een liter kalvermelk extra te geven of door het verhogen van de dosering van 130 gram per liter naar 150 gram per liter (of van 150 naar 170 gram per liter).
Wanneer kalveren via een drinkautomaat gevoerd worden, verhoog dan de liters per dag met 1 liter.
Meer tips?
Ontdek de andere handige tips op onze website.