Veel aandacht voor jongveeopfok loont, maar houd het simpel
De 25-jarige Karin de Brouwer uit Someren-Heide verloor haar hart aan kalveren. Op de boerderij van haar ouders is ze, samen met haar moeder en zus, verantwoordelijk voor het jongvee. Ze behalen mooie resultaten.
Het traditionele melkveebedrijf van de familie Brouwer telt 160 melkkoeien en zo’n 90 stuks jongvee, de opfok doen ze zelf. ‘Dan kun je het op je eigen manier doen’, vindt Karin. ‘We willen bij jongvee graag een bepaalde mate van groei en ontwikkeling zien. Vooral de periode na het spenen, wanneer de kalveren veel veranderingen te verduren krijgen, kunnen ze terugvallen. Of nadat ze een ander rantsoen krijgen rond 6 maanden. Als er iets niet goed gaat, kun je de schuld alleen bij jezelf zoeken. Het belangrijkste is om het simpel te houden en te zorgen dat iedereen op dezelfde manier werkt. Zo verklein je de kans op fouten.’
Veel groei met zo min mogelijk problemen
Een kalf wordt na de geboorte zo snel mogelijk in een hokje gelegd en krijgt biest van de eigen moeder. ‘Ons streven is om deze biest binnen twee uur na de geboorte met de fles in het kalf te krijgen en als dat niet lukt, via een sonde’, legt Karin uit. ‘Binnen 24 uur willen we de 300 gram IgG halen. De rest van de biest en die van de volgende melking bewaren we in de koelkast. Die wordt de eerste drie dagen gegeven.’
Een zo hoog mogelijke groei, met zo min mogelijk problemen, dat is wat Karin graag wil bereiken. Met onder de 4 maanden een groei van minimaal 950 gram per dag, van 4 tot 8 maanden 900 gram per dag en van 8 tot 14 maanden 850 gram per dag. Het uitvalspercentage, zonder doodgeboorten, was de afgelopen jaren 0 procent.
Wat haar fascineert aan het opfokken is het goed omgaan met de verandering die het dier doormaakt van zuigeling naar herkauwer. ‘We houden een afkalfleeftijd aan van ruim 22 maanden en proberen alle overgangen zo soepel mogelijk te laten verlopen.’
Alert blijven op hygiëne scheelt werk
‘Iedereen herkent het wel: op het moment dat het goed gaat, verslapt je aandacht soms en schieten zaken als hygiëne er als eerste bij in. Maar heb je last van crypto? Dan kost het tien keer meer tijd en energie. Daar proberen we altijd alert op te blijven’, zegt Karin.
Daarom staan de kalveren los van de melkveestal in een aparte huisvesting, tot ze zijn geïnsemineerd. En daarom zijn de looplijnen van het jongvee gescheiden van het melkvee en worden de drinkbakken na elke drinkbeurt grondig schoongemaakt. De biestsonde of -fles wordt na elk gebruik grondig gereinigd met een reinigingsmiddel. De speenemmers en milkbars worden na elk gebruik gespoeld met warm water en eens per week gereinigd met reinigingsmiddel om weegfouten te voorkomen.
Trots op mooie resultaten
Trots is Karin op de vitaliteit van het jongvee op hun bedrijf. ‘Uit het ingevulde KoeKompas komt dat de kalveren er goed uitzien en het goed doen’, vertelt ze. ‘Mijn vader geeft ook aan dat ze vlot tochtig worden en makkelijk opstarten. De vaarzengroep doet het goed, je hebt er dan weinig werk meer aan en het jongvee levert als volwassen melkkoe goede resultaten op. Vitaal jongvee levert een mooi homogeen koppel melkkoeien met een goed productieniveau en lange levensduur. We hebben er passie voor en krijgen er echt energie van.’
Nieuwsgierig naar de rest van het verhaal? Lees het hele interview in Herkauwer 103.
Wilt u meer lezen over jongveeopfok? Dat kan hier op de website van GD.