Op tijd anticiperen op maagdarmwormen

Maagdarmworminfecties komen bij runderen in elke leeftijdsgroep voor. Verschijnselen van zo’n infectie, zoals verlies aan eetlust en gewichtsverlies, vallen vooral op bij dieren in het eerste weideseizoen. Ziet u verschijnselen bij de pinken? Dan kunt u extra preventieve maatregelen nemen. Maar soms zijn de signalen vaag. Hoe weet u dan of u iets moet doen?

Met maagdarmwormen worden veelal wormen bedoeld die in de lebmaag of in de darmen voorkomen. Een aantal soorten is (zeer) ziekteverwekkend, andere zijn dat minder tot niet. De meest typische symptomen van een maagdarmworminfectie zijn: verlies aan eetlust, een ruw haarkleed, gewichtsverlies, achteruitgang van de algehele conditie en een enkele keer diarree. 

Schade 

Schade door maagdarmworminfecties bij runderen ontstaat doordat het maagdarmkanaal minder voedingsstoffen en mineralen opneemt. Dit kan leiden tot verminderde groei van kalveren en pinken, en daardoor mogelijk een later afkalftijdstip. Op latere leeftijd kan het ook aanleiding geven tot een lagere melkproductie. Maar niet alleen dieren hebben last van maagdarmwormen: dierenartsbezoek, wormbestrijdingsmiddelen en extra arbeid kunnen voor u ook een extra kostenpost zijn. 

Besmettingsroute 

Weidegang speelt een belangrijke rol bij maagdarmworminfecties. Kalveren en jonge dieren die voor het eerst naar buiten gaan, besmetten zich met wormlarven zodra ze op grasland komen waar in het voorgaande jaar ook runderen liepen. De larven ontwikkelen zich in het rund tot volwassen wormen, die wormeieren uitscheiden. Deze eieren komen weer met de mest op het grasland, waar ze zich in enkele weken ontwikkelen tot wormlarven en zo runderen opnieuw besmetten.

Besmetting vaststellen 

Hoe weet u nu of uw runderen problemen hebben door maagdarmwormen? En hoe kunt u goed anticiperen op het volgende weideseizoen? Want soms zijn de verschijnselen vaag en is er bijvoorbeeld alleen een lichte groeiachterstand. Mest-, bloed-, en tankmelkonderzoek bieden uitkomst. 

Mestonderzoek kan een actuele besmetting vaststellen. Tijdens of tot uiterlijk de eerste week na een eerste weideseizoen kan pepsinogeenonderzoek in bloed helpen een beslissing te nemen om jongvee wel of niet te behandelen of andere managementmaatregelen te nemen. Tot slot kan ook tankmelkonderzoek op antistoffen (achteraf) inzicht geven in de weerstandsopbouw van het jongvee. 

Nieuw in Worminfecties Tankmelk: extra onderzoek maagdarmwormen in augustus 

Om goed voorbereid te zijn op het wormenseizoen kunt u ervoor kiezen om de belangrijkste worminfecties (longworm, maagdarmwormen en leverbot) te monitoren via het abonnement Worminfecties Tankmelk. Tot nu toe werd hiervoor het onderzoek naar antistoffen tegen maagdarmwormen alleen in oktober gedaan. Vanaf nu is het abonnement uitgebreid met een extra maagdarmwormonderzoek in augustus (zonder extra kosten).

Deelnemers aan dit programma ontvangen deze zomer naast de uitslag van het longwormonderzoek dus ook al een uitslag voor maagdarmwormonderzoek. Zo kunnen zij dit weideseizoen eventueel nog preventieve maatregelen nemen of bijstellen. 

Meer informatie over Worminfecties Tankmelk